pexels-pixabay-47336 (1)

Waar er twee of drie in Mijn naam bijeen zijn…

De titel van dit artikel is: Waar er twee of drie in Mijn naam bijeen zijn. Dat is ontmoeting, ons jaarthema, op de kleinste schaal. Met de ontkerkelijking lijken volle kerken eerder uitzondering dan regel te worden. Nu is het nog niet zo erg dat we al moeten zeggen: Er zijn er twee of drie… Maar, zeker in de zomer, is het soms niet meer dan 30 tot 50 mensen.

Wat mij betreft is dat niet zo erg. De boodschap van Jezus, het Evangelie, zal altijd blijven bestaan vanwege zijn diepe menselijkheid. In het begin waren de christelijke gemeenschappen ook kleine groepen. Deze gemeenschappen ontstonden uit een fascinerende ontmoeting met Jezus van Nazareth. Door contact met zijn woorden en verhalen vonden velen een hernieuwde zingeving en betekenis in hun leven, wat resulteerde in een diep mededogen voor anderen en een passie voor het rijk van God. Deze ontmoeting met Jezus staat ook nu centraal; bron van leven voor ieder van ons. En het is de manier om het geloof door te geven. Vanuit het pastoresteam organiseren we vele activiteiten om deze fascinerende ontmoeting met Jezus vorm te geven.

We weten ook van Jezus dat hij het traditionele beeld van religie uitdaagde. Hoewel hij de joodse geboden volgde, had hij ook de moed om de vastgestelde normen te trotseren. Dit werd geïllustreerd door zijn interacties met mensen zoals de vrouw beschuldigd van overspel en de Griekse vrouw die smeekte om haar dochter te genezen. Jezus benadrukt in deze ontmoetingen de waarde van goedheid en onvoorwaardelijke vergeving boven strikte naleving van de wet. Het zijn waarden die in onze wereld ook zeer nodig zijn. Goedheid en vergeving is waar onze wereld zo naar verlangt. Precies hierin vinden wij ook aansluiting met mensen om ons heen die worstelen met dezelfde vragen als wij: over zin en betekenis, geluk en waarde, angst en hoop. Goedheid en vergeving mogen wij meer over het voetlicht laten komen. Want deze waarden maken immers van onze gemeenschappen plekken om thuis te komen, te delen met elkaar, te leren van elkaar en zo te groeien als mens.

Met een nieuw werkjaar voor de boeg kunnen we ons afvragen waar onze focus moet liggen? Waar leggen we onze prioriteiten?  Ik denk dat het aan ons is om, samen met Paus Franciscus, opnieuw in de voetsporen van Jezus te treden. Laten we ons inspireren en leiden door Jezus' leer en filosofie, zoals de Bergrede. Misschien is het noodzakelijk om afstand te nemen van verouderde overtuigingen en creatief om te gaan met de kernboodschap van Jezus, zowel binnen als buiten de kerk, zodat kerk en samenleving elkaar weer vinden. Jezus bracht een boodschap van volledig leven, en dat kan niet beperkt worden door menselijke regels en ideologieën. Het gaat primair om de dagelijkse beoefening van het geloof. Zijn daden en woorden, die hoop en leven brengen, zijn vooral gericht op de vele kwetsbaren in de samenleving. In deze onrustige en vaak angstige tijden zijn we geroepen om liefde, empathie en verzoening in de praktijk te brengen. Ik wil die opdracht aan ieder van ons meegeven aan de hand van vijf speerpunten voor het nieuwe werkjaar:

  1. Laten we liefhebben, mededogen en vergeving op de eerste plaats zetten.
  2. Gemeenschapszin geeft ons toekomst: dus laten we ontmoeten, samenwerken en luisteren naar elkaar.
  3. En laten wij dit samenwerken steeds vormgeven vanuit kijken naar wat goed is, energie geeft of hoop aanwakkert.
  4. Mogen wij stilte weer de ruimte geven; het is de plek waar we onszelf en God ontmoeten. Waar we luisteren en rust, troost en bemoediging vinden.
  5. Mogen we een houding van hoop en verwachting aannemen en uitstralen. Dat betekent dat uitspreken van alles wat goed is. Dat is kijken met de ogen van de hemel; met het hart van Jezus; als tegengeluid tegenover de gelatenheid, de wanhoop en de angst in de wereld om ons heen.

Daar zal Ik in hun midden zijn…
Met die zin eindigt de zin waar ik mee begon. Daar mogen wij op vertrouwen; dat we niet alleen gaan, maar dat de Heer met ons gaat. We doen het samen!

Diaken Jeroen Hoekstra

pexels-ave-calvar-martinez-3157972

Vastentijd: Aandacht als grondhouding

Jezus trok de woestijn in, veertig dagen en nachten, om zich te bezinning, om te vasten, om de woorden ‘Jij bent mijn geliefde zoon’ helemaal tot zich door te laten dringen.
In de tijd voor Pasen doen wij hetzelfde: vasten, bezinnen, stil worden, tot de kern gaan. Ons vasten kan op vele manieren; van minder of anders eten en drinken tot meer oog hebben voor de ander die ons nodig heeft. Vasten kan op de manier die bij jou past; ieder zijn eigen woestijnervaring.
Ik wil het nu niet hebben over een bepaalde vorm om het vasten in te vullen, maar over een basishouding. Over een manier van zijn die aan alles wat we doen, dus ook het vasten, vooraf zou moeten gaan: aandachtig zijn; er met heel je aandacht bij zijn.
In onze tijd is er groot gebrek aan aandacht. Continue worden we afgeleid van waar we onze aandacht op zouden moeten richten. De geluidjes van de mobiele telefoon roepen ons weg. We laten ons zo graag afleiden door alles wat er om ons heen plaatsheeft. En dan zijn het weer gedachten aan wat we nog moeten doen. Soms blijven we ronddolen in ons verleden of verdwalen we in zorgen of angsten voor de toekomst. Hoe vaak ben jij met jouw geest totaal ergens anders dan jouw lichaam is?
Jezus laat ons steeds opnieuw zien dat aandacht onze basishouding moet zijn. De aandacht van Jezus ging telkens helemaal uit naar degenen die zijn aandacht nodig hadden: de kwetsbaren, de zieken, de uitgestotenen. Vaak neemt Jezus ook iemand apart om hem of haar zijn volledige aandacht te geven. Jezus maakte zich leeg om zonder oordelen te zien; om al zijn aannames en herinneringen niet dat wat is te laten vertroebelen.
Zo mogen wij ook werken aan onze aandacht: om er helemaal te zijn voor de mensen die we tegenkomen op ons levenspad. Om de schoonheid van de wereld te kunnen zien. En om de stem die in ons binnenste spreekt te kunnen horen. Want ook wij mogen steeds opnieuw horen: Jij bent mijn geliefde zoon/dochter.
Ik wil u dan ook uitdagen om u te oefenen in deze basishouding van aandachtig zijn tijdens de veertigdagentijd. Om weer te leren luisteren naar een ander en de woorden in de stilte van je hart te bewaren. Om te zien wat is, zonder de automatische oordelen van ons innerlijke ego. Om weer één te worden met de Bron die straks met Pasen als een licht zal opgaan in ons en onze wereld. Het prachtige gedicht van Hein Stufkens mag daarbij een inspiratie zijn: dat wij mogen worden een oase van stilte, een tempel van rust, een spiegel van Zijn licht. Ik wens u oprechte aandacht toe in deze vastentijd!

Diaken Jeroen Hoekstra

Maak mijn hart een oase van stilte,
maak mijn lichaam een tempel van rust,
maak mijn geest een onbeschreven blad,
maak mijn ziel een spiegel van licht.

Maak mijn mond zonder oordeel,
maak mijn ogen onthecht,
maak mijn oren tot horen bereid.
Dat ik leer staan met lege handen.

Dat ik mag aanvaarden wat is,
mag vertrouwen wat komt,
mag loslaten wat was,
op adem mag komen ieder moment.

Alles begrijpend ben ik wijs,
niets grijpend ben ik liefde,
niets bezittend ben ik vrij,
niets waarmakend ben ik waar.

Toon mij het gezicht
van voor ik begon, maak mij
één met alles, één met allen,
één met de Bron.

                                            Hein Stufkens

 

ZalvingDeKwakel

Overweging bij gezamenlijke ziekenzalving De Kwakel

In de meivakantie was ik uitgenodigd om een paar dagen mee te gaan op kamp met jongeren van 14 tot 18 jaar. Dat is altijd leuk en ik doe het graag. Op de laatste avond vertelde een van de jongens dat bij hem een tumor in de hersenen was gevonden. En dat hij kort na het kamp zou moeten beginnen met chemotherapie. We waren allemaal ontdaan. En verbaasd. Verbaasd dat hij het niet eerder had verteld.

Maar daar was een reden voor. Hij zei: Ik wil gewoon mijzelf zijn en samen met jullie plezier hebben op het kamp. Ik wil niet die jongen met de tumor zijn. Ik heb het niet vertelt, omdat jullie dan anders tegen mij aan zouden kijken. Dan zou ons samenzijn op het kamp in het teken van mijn aandoening komen te staan en niet in met elkaar dingen beleven en plezier hebben.

Een meisje vroeg of hij niet boos was, boos omdat hem dit moet overkomen. Ja natuurlijk was ik boos, zei hij. Op alles en iedereen. Op de dokter, die de tumor zo nodig moest vinden. Op mijn lichaam dat mij in de steek laat. Op mijn ouders, mijn broer, de leraren op school, de dominee. Op God zelfs, omdat hij het toelaat dat ik en andere mensen zulke nare dingen meemaken.

Maar die boosheid duurde niet lang, vertelde hij. Het was voorbij na een gesprek met zijn oma. Zijn oma had niets diepzinnigs of wijs gezegd. Nee, zijn oma had hem kort gevraagd naar zijn gezondheid, maar verder gewoon normaal gedaan. Alsof hij niet ziek was en geen tumor had. Toen realiseerde hij zich iets.

Ik ben niet de tumor. Ik ben gewoon mijzelf en er zit iets in mij wat er niet hoort en waar de dokters hopelijk iets aan kunnen doen. Niemand kan daarvan de schuld krijgen: ikzelf niet, mijn lichaam niet, mijn familie niet, de dominee niet en God al helemaal niet. Het is juist God geest die mij de vrede geeft om het te accepteren als iets dat is, maar dat ik niet ben. Zijn licht dat begon te schijnen in mijn duisternis. Het zijn Zijn handen die mij zullen dragen, als het zwaar is. Niet langer wil ik boos en ongelukkig zijn met mijn situatie, maar mij opgetild weten, vrede vinden en leven zoals ik wil leven, ondanks was in mij is.

Hij zag niet op tegen de chemo. Hij keek niet uit naar de bestraling, maar als het nodig is, dan is het nodig. Het gebeurt aan mij, zo zei hij, maar mijn levenslust, mijn wil om te zijn zoals ik wil zijn, zal het niet wegnemen.

Zijn grootste angst was het om zijn haar te verliezen. Omdat je er dan ziek uit ziet en mensen je alleen nog maar als zieke gaan behandelen.

En dus stelde iemand voor om uit solidariteit allemaal ons hoofd kaal te scheren. Nou, dan weet u meteen hoe ik aan dit koppie kom. Ik had al niet zovele meer, maar nu is het wel erg weinig.

Tweeëntwintig jongens en mannen die hun hoofd kaalscheren uit verbondenheid met een. Het is een plechtig ritueel van meeleven en compassie. Dat we elkaar dragen. Klaarstaan voor elkaar. Delen van emoties, teken van saamhorigheid. Een hele bijzondere ervaring.

Het mooie van een ritueel is dat hoofd, hart en handen samenkomen. Het is niet alleen maar denken, overdenken, bezinnen. Nee, het zijn ook de handen die scheren, de haren die vallen, de fysieke verandering. En het is het hart: de emoties, het verdriet, de vriendschap, de liefde, de harten die kloppen in een eenheid van emoties en gevoelens: verbondenheid met elkaar en met de Eeuwige.

U bent hier vanmiddag gekomen voor de ziekenzalving van uzelf of van uw naaste. De ziekenzalving is ook een ritueel. Een ritueel van heilige olie, handoplegging, gebed en geloof. Het heeft al die elementen in zich die ik ook net noemde. Er zijn de handen die zegenen, die zalven. Door de olie op uw huid, verandert u. Wordt de huid zacht en soepel en zo wordt uw ziel zacht en soepel. Het is het hart, aangeraakt door ons, allen die hier vandaag met elkaar verbonden zijn. En aangeraakt door de Geest, door Jezus, door de Heer, door zijn helende liefde, zijn warme omhelzing, zijn vrede gevende ademtocht. En er is het hoofd, onze gedachten, twijfels, emoties en verhalen. Niet alleen van degene die gezalfd wordt, maar van ons allemaal: familie, mantelzorger, ieder die de zorgen heeft of de zorgt draagt voor familie of vrienden, ieder die hier vandaag verbonden is met iemand die de ziekenzalving ontvangt. In het ritueel van samenzijn, verbonden zijn, delen van woorden van gebed over liefde en vrede, zijn we even één met elkaar en met de Heer. En zal het ons allemaal sterken, optillen, kracht geven, licht brengen.

In rituelen wordt kwetsbaarheid veerkracht. Kwetsbaarheid is het gevoel dat je overgeleverd bent: aan ziekte, aan ouder worden, ouder zijn. Dat alles je overkomt en overheerst. Kwetsbaarheid is de angst voor wat komen gaat, voor de dag van morgen, voor de behandeling, voor pijn, voor verlies en verlaten zijn, voor het sterven zelf.

Veerkracht is het helende weten, het genezende geloven, het bevrijdende voelen dat je er nooit alleen voor staat en dat elke duisternis zijn einde kent, licht ons nooit meer verlaten zal. Dat in verbondenheid van mensen met elkaar en met de Heer er altijd een doel is, een bedoeling, mens te zijn, vrede te zijn en liefde, geschonken aan elkaar, samen te zijn op de weg van het leven.

Zoals die jongen, die zijn alleen zijn en kwetsbaar vond in het als ziek gezien worden, de angst om anders te zijn, uitgesloten te worden, niet meer gewaardeerd om wie hij is en wil zijn. Vandaar dat verlies van zijn haar door de chemo zijn grootste angst is, omdat het de fysieke uiting is van zijn kwetsbaarheid.

Door het ritueel waarin we allemaal ons haar gingen afscheren, werd deze kwetsbaarheid veerkracht. Doordat 22 mannen hun eigen kwetsbaarheid durfde te tonen en hun verbondenheid, door gelijk te willen zijn aan wat hem zou overkomen door de chemo, werd kwetsbaarheid veerkracht. Veerkracht door verbondenheid: je blijft wie je bent, een van ons, kind van God. Door alle duisternis heen.

In het wonder van de ziekenzalving, waarin hemel en aarde elkaar raken, zal uw kwetsbaarheid ook veerkracht zijn. Omdat je ervaren mag, dat je er nooit alleen voor staat, maar kostbaar bent, geliefd, uniek, gekend, gewaardeerd bij God en bij ons allen.

Omdat u niet alleen staat, Niet alleen in ziekte, in ouder worden, in uw kwetsbaarheid. En omdat al deze dingen niet weg kunnen nemen wie u werkelijk bent. Zelfs als de stem verstomt, de gedachten stil worden, blijft een mens wie hij is: Gelief kind van God, gewaardeerd, gekend, geliefd mens onder de mensen: kind, vader of moeder, opa of oma. Zelfs in onze diepste duisternis zijn we niet alleen, staan we er niet alleen voor, maar altijd verbonden. Zelf in ons sterven zal ons leven niet verloren gaan. Blijven we verbonden met elkaar en met de Heer. In ziekenzalving komt het samen: Dragen, verzorgen, troosten, koesteren we elkaar, zijn we elkaar nabij, zoals Jezus ons nabij is: in helende woorden, in handen die zegenen, in olie die ons zalft, in mensen die elkaar nabij zijn.

Diaken Jeroen Hoekstra

pexels-mike-van-schoonderwalt-5502593

4 mei lezing bij de herdenking

Hier sta ik dan – stil.
Twee minuten, tweehonderd hartslagen.
In stilte verbonden: heden en verleden.
Ik gedenk wie streed voor mijn vrijheid, onze vrijheid.
Zij die voor ons vochten in oorlogen tegen onrecht, tegen haat.
Zij die hun leven gaven toen,
zodat ik hier kan staan.
En hier sta ik dan - en gedenk.
Hier staan wij dan – stil.
Samen, eindelijk zichtbaar weer verbonden na twee jaren thuis gedenken.
Herdenken we wie zijn leven, haar leven gaf,
zodat wij hier mogen staan, hier kunnen staan.
Vrij om te komen, vrij om weg te blijven.
Wat dat is wat vrijheid is, dat we daar vrede mee hebben
en zo verbonden zijn.

Twee minuten, 200 honderd hartslagen.
Denken we aan de grote oorlogen waarin gevochten is,
voor alles waar wij voor staan,
zodat wij mogen dromen: nooit meer oorlog!

Maar oorlog is onder ons en dichterbij dan ooit.
Het vraagt van ons om verbonden te zijn, stil te zijn,
voor wie ook nu lijden onder agressie, geweld en onderdrukking.
Vandaag staan we ook stil, voor Oekraïne, Syrië, Afghanistan.
Voor hen die nu moeten vechten voor vrede en vrijheid waar ook ter wereld.
In de stilte zijn wij ook met hen verbonden.
Staan we stil voor de vrede van vandaag.

Verbonden met elkaar beseffen we meer dan ooit, hoe kwetsbaar de vrede is.
Dat we toen, maar ook nu en in de toekomst, stil moeten blijven staan, verbonden blijven met elkaar, tegen dictators, tegen machthebbers, tegen systemen, instituties en politici,
die ongelijkheid verkondigen, die haat laten groeien, die anders zijn veroordelen, die vrijheid willen inperken en eenheid willen doorbreken.

Tegen het kwaad dat afdwingt en opeist,
met bommen en granaten, met propaganda en onderdrukking,
Zullen wij het goede zijn, met meer zijn,
zolang wij verbondenheid met elkaar blijven zoeken.
En ons blijven realiseren, dat ons samen gedenken van vrijheid, ons samen stil zijn voor de vrede, de zachte kracht is, de weg van vrede,
een pad dat we alleen samen kunnen plaveien.

Zoals in die kerstnacht in 1914 toen ineens een kerstlied klonk in de door sterren overgoten hemel boven de loopgraven. Duitse soldaten komen uit de schuttersputjes en vieren kerstmis. Vieren kerstmis met de Engelse en Franse vijand op wie ze een paar uur geleden nog moesten schieten. Een heilige nacht van een paar uur vrede. Mensen zoals u en ik verbonden door een oud verhaal, waarin beiden ontdekken: die ander is geen monster, maar een mens zoals ik.

In die nacht stonden gewone mensen op tegen orders en bevelen van machthebbers. Tegen machthebber met mensonwaardige visioenen van mensen onderscheiden, gescheiden en afgescheiden van elkaar. Zij die muren bouwen, zij die grenzen opnieuw trekken, haat en onrecht afdwingen met wapens en terreur.
Gewone soldaten als mensen verbonden op die kerstavond midden in de oorlog. Een moment van vrede waarop vijanden vrienden werden. Het toont ons, dat het lot van de vrede in de handen ligt van gewone mensen. Dus van mensen zoals u en ik.

Want het is niet de stilte van het gedenken waarmee wij aan vrede bouwen.
Nee, het is in het samenzijn, verbonden zijn, schouder aan schouder, hand in hand. Zo zijn wij de zachte kracht voor vrede, mensen samen wereldwijd.
Meer dan ooit weten we: vrede is niet vanzelfsprekend.
Toen niet, nu niet en in de toekomst ook niet.
Nee, vrede is hard werken: vrede is je niet wijs laten maken dat die ander,
ver weg of dichtbij, anders is dan jij.
Vrede is je stem verheffen, als een ander mens klein wordt gemaakt,
geweld wordt aangedaan, weg wordt gezet als minderwaardig of belachelijk wordt gemaakt om wie hij of zij is.

Vrede is niet oordelen, maar je telkens opnieuw openen voor de rijkdom van een andere gewoonte, een andere cultuur, geaardheid of manier van leven.
Vrede is elkaar opzoeken en zo verbondenheid laten groeien, door op wie je niet begrijpt af te stappen en kennis te maken, bekenden te worden, vrienden misschien en te beseffen die ander is een mens net zoals jij.
Daarom sta ik hier.
Daarom staan wij hier.
Twee minuten, tweehonderd hartslagen.
Om te herdenken wie vocht voor ons vrijheid.

Om hun stemmen te horen fluisteren in de stilte, stemmen die ons oproepen, die ons smeken, die van ons eisen, dat we blijven werken, aan de vrede en vrijheid, aan de verbondenheid, die zij voor ons bevochten.
Stemmen in de stilte die ons oproepen om nooit meer verloren te laten gaan,
datgene waarvoor zij hun leven hebben gegeven en geven op dit moment.
Twee minuten, tweehonderd hartslagen, om ons wakker te laten schudden, op te laten roepen, verbonden te blijven met elkaar. De opdracht te leren voelen in ons hart, dat we elkaar op moeten zoeken, leren kennen en waarderen, elke dag opnieuw, naaste voor je naaste te zijn. Vrede ontstaat waar mensen elkaar helpen, dragen en steunen: buren, dorpsgenoten, vrienden, vreemden, allen in eenheid verbonden op de weg van de vrede.

Twee minuten, tweehonderd hartslagen. Gedenken! Herdenken En bedenken dat we in ons samen zijn, in ons omzien naar elkaar bouwen aan ons meest lief is, aan wat kwetsbaar is en kostbaar: vrijheid en vrede!

Diaken Jeroen Hoekstra

Rebuilt-NL-voorkant-boek

Rebuilt: de parochie opnieuw vormgeven.

Een inventarisatie van de ideeën uit het boek: Rebuilt
Onlangs verscheen de Nederlandse vertaling van het boek ‘Rebuilt.’ In dit boek wordt beschreven hoe een aftakelende parochie in Baltimore weer nieuw leven is ingeblazen. Ofschoon het hier gaat om een parochie in de VS, is lijn van ideeën waarlangs deze revitalisering loopt ook voor onze situatie interessant. Hieronder geef ik geen samenvatting van het boek, maar leg ik de fundamenten uiteen waarop men de parochie opnieuw heeft opgebouwd.

Heeft de kerk een missie?
Ja, zeggen de auteurs. De missie van de kerk is helder en duidelijk:

Maak alle volkeren tot mijn leerlingen. (Mat, 28:19)

Vanuit deze missie worden één ding duidelijk: We moeten ons richten op het maken van leerlingen in onze omgeving. De kerk moet zoeken naar mensen die leven zonder God of die de kerk vaarwel hebben gezegd.

Hoe maak je leerlingen?
Stel je missiegebied vast. Omschrijf de Tim. Tim is degene naar wie we op zoek zijn. De gedachte is dat via de vader ook de rest van het gezin meekomt. (Uit diverse onderzoeken is gebleken dat als de vader betrokken blijft, het gezin betrokken blijft. Als alleen de moeder de drager van het kerk gaan is, haken de vader en de kinderen vaak af.)

Tim is de typische niet-kerkbetrokken persoon uit ons missiegebied. Hij is een aardige vent. /…/ Hij is goed opgeleid, goed gekleed en goed in zijn werk. Tim is getrouwd en heeft kinderen. Hij heeft een mooi huis en een comfortabele levensstijl. Hij rijdt in een mooie auto. /…/ Maar Tim is absoluut niet gelovig.

Tim is een goede vent, maar zijn leven leidt hij volgens zijn eigen criteria, en, het lukt hem allemaal steeds minder goed. Hij heeft stress en spanningen op het werk en conflicten thuis. Hij heeft financiele verplichtingen die hem onder druk zetten. /…/ En dan zijn er nog andere dingen, zoals woede, depressie, misschien een verslaving aan alcohol, gokken of pornografie.”

Wat Tim dus nodig heeft is een doel, is sturing. Tim heeft een Redder nodig, zo concluderen de auteurs.

Waar komt Tim terecht als hij bij ons komt?
Allereerst concluderen de auteurs iets belangrijks: Het draait om de zondagochtend. Dat is onze corebusiness. En die zondagochtend moet helemaal in het teken staan van Tim. Voor alle helderheid vermeld ik erbij dat het hier niet gaat om het aanpassen van wat we doen (we doen zoals de kerk ons voorschrijft en zoals over de hele wereld wordt gedaan,) maar hoe we het doen. De manier waarop we het doen, moet Tim aanspreken. Dat betekent dat hij zich welkom voelt. Dat de woorden die hij hoort hem aanspreken. Dat de muziekstijl zijn muziekstijl is. Dat de koffie en de koek zijn smaak zijn. Met andere woorden: We moeten ons maximaal inspannen om de zondagochtend toegankelijk en aantrekkelijk te maken. Er moet een onweerstaanbare sfeer hangen. Immers, als de zondagochtend – van het binnenkomen van de kerk, de inhoud van de viering, de ontmoeting na de tijd tot het napraten op het kerkplein – tegenvalt, dan komen ze niet meer terug.

De Muziek
Vaak zingen koren omwille van zichzelf. De mis wordt dan een concert. Dat is niet hoe de kerkelijke muziek bedoeld is. Het gaat om samenzang: samen zingen. En zingen is lofprijzing en aanbidding. De stijl, met piano of orgel of andere instrumenten, kun je aanpassen aan wat Tim mooi vindt. Zolang het maar voldoet aan samen zingen en het zingen lofprijzing en aanbidding is. Muziek kan de harten van mensen raken en veranderen.

Het woord
De boodschap die op zondag verkondigd wordt moeten we relevant maken voor Tim. In feite is alle verkondiging eerste verkondiging. De teksten uit de traditie moeten we vertalen op die manier dat het Tim aan het denken zet. Dat Gods Woord voedsel wordt en de harten van de mensen raakt.

Wat betekent leerling zijn?
Als we Tim binnenhalen, kunnen we ons afvragen wat leerlingen zijn betekent. Ook voor de huidige kerkgangers betekent dit een omslag in denken. Dit is wat leerling zijn inhoud:

  • Leerling zijn is God liefhebben.
  • Leerling zijn is houden van mensen.
  • Leerling zijn is andere leerlingen maken.
  • Leerling zijn is op zondagochtend naar de kerk gaan.
  • Leerling zijn is meedoen/je actief inzetten.
  • Leerling zijn is groeien in kleine verbanden.
  • Leerling zijn is een tiende geven.

Leerling zijn is God liefhebben & Leerling zijn is houden van mensen
Het belangrijkste gebod dat de Heer ons gegeven heeft. Liefde die omgezet wordt in daden, want geloof immers komt tot uitdrukking in daden. Voor een dieper begrip van deze liefde in waarheid verwijs ik naar de encycliek van paus Benedictus XVI Caritas in veritate.

Leerling zijn is andere leerlingen maken
Met andere woorden: Tim vertellen over de kerk en hem uitnodigen om mee te gaan naar de kerk. Dat kan als het aanbod op zondagochtend ook echt uitnodigend en kwalitatief hoogstaand is. Als daar op zondag samen gezongen wordt, een woord wordt gesproken dat mensen laat groeien. Als de sfeer uitnodigend en inspirerend is.

Leerling zijn is op zondagochtend naar de kerk gaan
Het gaat om de zondag. Leerlingen zijn op zondag in de kerk. Zie ook hier weer hoe belangrijk kwaliteit is. Als wij leerlingen echt raken, is het vanzelfsprekend dat ze komen op zondag.

Leerling zijn is meedoen / je actief inzetten
Iedereen doet mee. Iedereen is vrijwilliger. Leerlingen zetten zich in. Al is het maar twee uur per maand. Parochianen zijn geen consumenten - u vraagt wij draaien – maar mensen die met elkaar de verantwoordelijkheid dragen voor het welzijn van de gemeenschap. Dat is wat gemeenschap zijn met elkaar betekent.

Leerling zijn is groeien in kleine verbanden
In de parochie worden kleine geloofsgroepen gevormd. Een mens is een sociaal wezen, gemaakt om gemeenschappen te vormen. In deze kleine verbanden is ruimte om elkaar in een veilige en open sfeer te ontmoeten. Een plek waar mensen zichzelf durven openen naar elkaar en Gods helende en genezende geest werkzaam kan zijn in mensen. Immers, waar er twee of drie bijeen zijn in mijn Naam, daar ben Ik in hun midden.

Leerling zijn is een tiende geven
Wat is de kerk u waard? Dit vragen we ieder jaar weer bij de kerkbalans. In de bijbel vinden we terug dat het goed is om tenminste een 10% te geven van wat je aan rijkdom bezit. Jezus bevestigd dit en spreekt zelfs lof over hen die meer geven. Het is eigenlijk vreemd dat wij in ons rijke westerse wereldje zoveel moeite hebben om de parochies financieel overeind te houden. Moge het onze ambitie zijn en laten we dat durven uitspreken om met elkaar langzaam te bouwen aan gemeenschappen waar het normaal is om een tiende te geven voor de Heer. De rijkdom die ons in ons leven is toegevallen, hebben we tenslotte gekregen om te delen.

Diaken Jeroen Hoekstra

pexels-pixabay-460635

Pasen is een brug tussen het hemelse, het goddelijke en het aardse, het menselijke.

Liefde
Love is the bridge between you and everything. Dit citaat van de mysticus Rumi (1207 - 1273) verwoord wat Pasen is voor mij. Met Pasen vieren we de onoverwinnelijkheid van de liefde. God heeft zijn liefde voor al het leven getoond in het opnieuw tot leven roepen van Jezus, zijn Zoon. Pasen is zo ook de brug tussen het hemelse, het goddelijke en het aardse, het menselijke. Liefde vormt de brug tussen beide.

Deze liefde is ook de brug tussen mensen. In het Johannesevangelie (15,12-13) lezen we de woorden van Jezus: “Dit is mijn opdracht: dat jullie elkaar liefhebben.” Dat is helemaal niet makkelijk en vanzelfsprekend, want liefde geeft, zonder er iets voor terug te vragen. De liefde is zonder oordeel en zonder ego. Dingen die wij mensen vaak heel moeilijk vinden. De nacht hangt nog om ons heen en onze deuren zijn dicht.

Toch groeit deze liefde in ons, al moet zij soms opnieuw beginnen. Het is het licht dat ons aanstoot in de morgen. De solidariteit waarmee vele mensen over heel de aarde samenkomen om, om niet, de Oekraïners te ondersteunen is daarvan de belichaming. Het tekent niet alleen een groeiend moreel besef, maar ook de gedeelde liefde onder ons mensen om klaar te staan voor hen die onrecht wordt aangedaan. Laat ons diezelfde liefde voelen voor al die Russen die ook slachtoffer zijn van dit onrecht: de moeder wiens zoon niet meer thuiskomt, de kinderen die hun vader verliezen, de arme die door alle sancties geen brood meer kan kopen. Laat liefde ook naar hen toe een brug zijn, een brug die verandering op gang brengt om het onrecht uit te bannen.

Love is the bridge between you and everything. Ja, een brug tussen jou en al het leven, heel de schepping. Moge de liefde voor al het leven ons er telkens weer aan herinneren hoe waardevol en kostbaar het is: de dieren, de planten, heel de aarde. Pasen is dat wij ook groeien in die liefde tot de schepping en daar met liefde en eerbied mee leren omgaan. Heel de aarde jubelt en juicht voor de Heer, omdat zijn liefde ons samenvoegt.

Pasen is vieren dat liefde onoverwinnelijk is en tegelijk altijd groter wordt. O, Heer, laat een engel komen, opdat van ons moede hart, de steen worde weggenomen. Dan kan liefde groeien in ons en door ons. Dan kan het licht doorbreken. Dan zal elk mens waardig kunnen leven en vrede dragen. Moge het zo Pasen worden in onze wereld en in ons. Vrede zij u! En Zalig Pasen.

Diaken Jeroen Hoekstra

 

pexels-oleksandr-pidvalnyi-344102

Praten over je geloof: Alladin!

Praten over je geloof: Alladin!
In de herfstvakantie ging ik met mijn gezin naar de musical Alladin. Ofschoon ik heb genoten van het vakmanschap van de acteurs, de prachtige decors en kleding, viel mij het taalgebruik tegen. Deze Nederlandstalige musical was volledig letterlijk en zelfs wat plat. Er zat geen figuurlijk taalgebruik in en dus geen diepte in de teksten. De magie, die hoort bij zo’n prachtig verhaal uit Duizend-en-een-nacht, was daardoor volledig afwezig. Dat bracht mij ertoe om te denken: Verandert onze taal door de ontkerkelijking? Verliezen we het zicht op de diepere betekenis van woorden? Betekenissen waarmee we het mysterie van het leven proberen uit te drukken? Woorden die we veelal ontlenen aan de verhalen uit de Bijbel? Heeft het feit dat steeds minder mensen regelmatig een kerk bezoeken gevolgen voor onze taal?
Ik denk dat hier zeker een correlatie aanwezig is. Het raakt aan onze belangrijke opdracht om opnieuw te leren spreken over ons geloof. Daarom kijken we nu eerst naar het belang van taal. Taal kleurt namelijk ons denken en daarmee ons doen. Taalonderzoekster Lera Boroditsky toont dit aan met een mooi voorbeeld. Stel dat ik u vijf foto’s geef van een opgroeiend kind en ik vraag u de foto’s op volgorde te leggen van jong naar oud. U zult dan de foto’s van links naar rechts leggen. Links de vroegste babyfoto en rechts de meest recente. Doordat wij gewend zijn van links naar rechts te lezen, heeft u zichzelf aangeleerd ook te ordenen van links naar rechts. Leest u echter van rechts naar links, zoals mensen met Hebreeuws of Arabisch als moedertaal, dan zult u het precies andersom doen. Dan legt u rechts de vroegste babyfoto en links de meest recente. Zo kleur taal ons denken en ons doen en laten.
Ik ontleen nog een tweede voorbeeld aan Boroditsky. Stel dat een kind een vaas breekt tijdens het spelen. Wij zeggen dan: “Het kind brak de vaas!” Wij leggen door onze taalconstructie in het Nederlands de nadruk op de veroorzaker van het ongeluk. Wij onthouden al snel dat het kind het ongelukje veroorzaakte. In het Spaans zeg je dat anders. Je zegt dan: “De vaas brak.” Het feit dat het een ongelukje was staat in deze uitspraak centraal, niet de ongelukkige veroorzaker. Ik hoop dat u aanvoelt hoe groot dat verschil is in manier van taalgebruik en daarmee hoe we naar de dingen en gebeurtenissen in onze wereld kijken.
Ons geloof heeft ook een eigen taal. Het mooie en rijke van de geloofstaal is dat het met eenvoudige en gewone woorden grootste dingen probeert uit te drukken. Licht en donker, Vader en Zoon, water en vuur: We kennen deze woorden uit het alledaagse, maar in de context van het geloof gebruiken we deze woorden om wat onszelf overstijgt in woorden te vatten. Woorden als delen, woestijn, barmhartig en liefdevol krijgen een diepere betekenis. Zo ook woorden als wijsheid, Eeuwige, herademd, herboren… en vult u zelf maar aan.
Wij gebruiken alledaagse woorden en geven daar, vanuit ons geloof, een diepere betekenis aan. Zo kan ik vertellen over mijn vader of over onze Vader en u begrijpt meteen en zonder moeite het verschil in betekenis. Is het leven niet veel dieper en rijker als je al wat bijzonder en waardevol is kunt uitdrukken met eenvoudige woorden? Het kleurt ons kijken naar de wereld door Vrede te zien, de stem van de Ander te horen en Liefde te vermoeden. Iemand die geen kennis heeft van het christendom, zal het verschil tussen mijn vader en onze Vader niet of minder snel oppakken. En heeft meer moeite om het geheim van het leven in woorden te vatten. Ik durf haast te stellen dat zonder de geloofstaal iemand minder ziet; dat de wereld minder diep en rijk is.  Zal door de ontkerkelijking onze gemeenschappelijke geloofstaal verdwijnen?
Voor een deel misschien, maar voor een deel ook niet. Immers, ontkerkelijking wil niet zeggen dat de ervaringen van hetgeen ons leven overstijgt niet langer opgemerkt worden. In tegendeel, deze ervaringen zijn universeel. Ook mensen die niet opgegroeid zijn met de christelijke verhalen, kunnen ervaren dat het leven ons gegeven is. Of voelen zich geraakt door de Ander, zonder dat ze daar meteen woorden voor hebben. Deze ervaringen zijn onze gemeenschappelijke grond: de ervaring dat er iets in het leven schuilgaat dat groter is dan het individuele. Wie zo’n ervaring heeft, gaat op zoek naar woorden om deze ervaring uit te drukken en probeert dat door alledaagse woorden een diepere laag te geven. Ze vertellen dat ze iets van Liefde hebben mogen ervaren. Of dat ze voor even door het Eeuwige zijn aangeraakt. De verbinding met de verhalen die wij meedragen in ons hart kennen zij wellicht niet, maar we kunnen elkaar best begrijpen als we spreken over wat ons geraakt heeft.
We kunnen immers prima begrijpen wat duisternis is, ook als we elk moment het licht kunnen aandoen. We kennen de diepe angst van de duistere stormachtige nacht niet zo intens als mensen van pakweg 150 jaar geleden, maar we kunnen ons er wel een goede voorstelling van maken. Misschien dat iemand zonder kennis van de Bijbelverhalen minder associaties heeft bij het woord woestijn. Maar als iemand een moeilijke periode in zijn leven uitdrukt als een woestijnervaring, begrijpt iedereen wel ongeveer wat hij daarmee wil zeggen. De geloofstaal is universeler dan u denkt. Toch zitten hier ook grenzen aan en dat bespreken we in deel twee van deze serie over praten over je geloof.
Om terug te gaan naar de musical Alladin: het is dus een gemiste kans dat de uitzichtloze ellende van de jonge Alladin niet gebracht werd als woestijnervaring. Dat het verlangen naar de ware liefde niet ook een ware lotsbestemming was en er geen eeuwigheidswaarde werd toegekend aan het streven naar het goede, het mooie en het schone. Zo werd de musical niet meer dan een vluchtig videootje op TikTok in plaats van een sprookje waarbij je kunt wegdromen en dat je uitdaagt om de diepere lagen te ontdekken.

Diaken Jeroen Hoekstra

 

Welkom bij onze parochies in de Zaanstad en Wormerland

Wij zijn gemeenschappen die Jezus Christus willen volgen en leven vanuit de Sacramenten van Zijn Liefde. Lees hier meer over ons.

Wij nodigen u van harte uit voor onze vieringen en activiteiten.

U kunt zich opgeven voor de wekelijkse nieuwsbrief die per email wordt toegezonden. Stuur een mail naar info [ed] katholiekzaanstreek [punt] nl.

Neem vooral contact op als u vragen heeft.

Katholiek Zaanstreek is een samenwerkingsverband dat uit zeven parochiegemeenschappen bestaat.

Contact per mail
Zoekt u contact met een van onze gemeenschappen, gebruik dan het contactformulier.

Contact per telefoon
Voor telefonisch contact zie het kader rechts voor de telefoonnummers per parochie.

Assendelft
H. Odulpus: 075 687 1206

Koog aan de Zaan
H. Martelaren van Gorcum:
06 12182931

Krommenie
St. Petrus: 075 628 1208

Zaandam
St. Bonifatius: 075 6164807
H. Jozef: 06 3011 0590
H. Maria Magdalena ('t Kalf):
075 616 4855

Wormer
H. Maria Magdalena: 075 642 1216

Copyright: Katholiek Zaanstreek | Privacybeleid | Betalingsvoorwaarden

Website door: Webheld.nl